Gletsjers

dag 19 en 20 maandag 6 en dinsdag 7 augustus

Na een weekend lang schuin te hebben gestaan met de camper willen we vertrekken. We staan niet voor niets zo schuin, de camper is niet voor of achteruit te krijgen omdat we vast zitten vanwege de vele regen die al was gevallen voor wij aankwamen. Hans kan het niet uit staan en verzamelt bergen met steentjes om onder de wielen te leggen in de hoop dat we weer één centimeter naar voren komen. Het is een komisch gezicht!

Wanneer we willen vertrekken moeten we eerst boer Harms maar dan op z’n Noors vragen om ons te redden met de trekker (traktor). Gelukkig is het een kleine camping en is er niet al te veel bekijks 😉

Net als het hele weekend is het ook vandaag weer prachtig weer. We maken dan ook om de paar kilometer een stop om te genieten van het mooie weer, de omgeving en de heren gooien een hengeltje uit. We komen in het gebied van de gletsjers en hebben zicht op de Bøyabreen gletsjer. Net na deFjærlandstunnelen komt de gletsjer tot bijna bij de weg, wat gaaf die blauwe kleur.

We gaan overnachten op de camping in Hafslo waarvan we een folder gevonden hadden. Helaas was de folder leuker dan de camping zelf. Ach we staan er voor een nachtje dus dat overleven we ook wel. De volgende ochtend worden we wakker en zien we geen hand voor ogen vanwege laag hangende bewolking. Maar al snel doet de zon haar best om er door te komen en dat geeft een mooi effect!

 

We gaan via een zeer smalle weg zo’n 40 km naar het noorden richting Veitastrond om bij een gletsjer uit te komen. Gelukkig komen we haast geen verkeer tegen, want het is echt heel smal. Af en toe moet je oppassen dat je de berg niet meeneemt met je buitenspiegel, en dan rijd je door een pikdonkere éénpersoonstunnel. Na een behoorlijke tijd langs het meer te hebben gereden over een smal stuk komen we uit bij een breed dal met een behoorlijk dorp. Zelfs met een eigen supermarkt, een bar, café en een kerk. De mensen kijken ons met grote ogen aan, alsof we de eerste camper zijn die er langs rijdt. De laatste 15 km gaan we niet met de camper doen, want de weg gaat over in een gravel weg. Dan is altijd maar de vraag hoe goed de weg is en hoe steil. Met de camper kun je niet alles rijden. We wagen het er niet op, dus we komen niet heel dicht bij de gletsjer maar het was wel de tocht waard. Op de terug weg komen we meer verkeer tegen die met wat meer snelheid over de weg scheuren. Op een haar na heeft een Noorse auto ons bijna een kusje gegeven. Gelukkig ging het nog net goed.

 

Dat we bij de vorige gletsjer niet aankwamen was niet erg want we gaan nog naar de Nigardbreen. Een bekende gletsjer waar je naar toe kunt lopen. Hier waait het behoorlijk hard dus we moeten weer wat warmers aantrekken. Aangezien de spieren en knieën niet meer al te best zijn besluiten we om met een bootje er naar toe te gaan. Het laatste stukje van 15 minuten moet je zelf naar de gletsjer lopen. Het is een grote gletsjer met prachtige blauwe kleuren die helaas afgezet is met een lint. Als je iets verder door loopt kun je er wel komen dus wij doen dat en genieten van dichtbij van de kleuren en de grootte van de gletsjer. Wat voel je je klein als je naast die ijsmassa staat. Als we het gezien hebben moeten we weer op zoek naar de weg. Al die rotsen lijken best op elkaar dus even zoeken welke richting we op moeten. Toch handig van die rode T’s die op stenen staan. Het is driekwartier klauteren naar de parkeerplaats. Ondertussen gaat de wind liggen en wordt het alweer een stuk warmer. De wandeling was goed te doen, als je knieën tenminste meewerken hè mam?!.

   

Dit bericht is geplaatst in 2012-3 Noorwegen. Bookmark de permalink.