Na een goede nacht worden we om vijf uur wakker. Dat is niet verkeerd. Hebben we alle tijd om ons klaar te maken voor ons vertrek. Nu we zo lang op één plek hebben verbleven voelt het opeens aan alsof we moeten haasten en een tijdsdruk hebben. Om zes uur is de auto al volgeladen en gaan wij naar het restaurant toe. De koffie staat zelfs al klaar. We kijken er erg naar uit om naar een nieuwe locatie te gaan. Er zijn weinig vogels te zien waardoor het makkelijk is om afscheid te nemen van deze prachtige lodge. Als we om acht uur in de auto zitten komt onze amigo aan fietsen. Hij haast zich naar onze auto toe om ons nog even uit te zwaaien. Wat een lieve man.
De zon schijnt vandaag niet en dat is helemaal niet zo vervelend. De airco hoeft nu niet te loeien. Net als de Tico’s doen we aan ARKO (alle ramen kunnen open). We rijden door landbouw gebied met voornamelijk ananasplantages. Onze eerste stop is een tankstation. In dit land wordt er voor je getankt. Wat een luxe. Onze reis gaat verder richting La Fortuna met de bekende Arenal vulkaan. Zouden we hem kunnen zien? Het weer wordt steeds slechter en er is geen berg te zien. De vulkaan zit volledig in mist gehuld. Het is zo anders dat we bijna niet door hebben dat we door bekend gebied rijden. Gelukkig krijgen we later nog een herkansing om de vulkaan te zien. Na het stadje rijden we langs het Arenal meer. Althans, dat schijnt zo te zijn. Het meer is niet zichtbaar. We rijden door de mist heen. Hopelijk wordt het niet al te erg, want dat rijdt niet erg prettig. De route is ondanks het slechte weer wel erg mooi. Het is hier veel groener dan in Sarapiqui. Meters hoog langs de weg groeien bomen en planten. De baan waar wij over rijden is voor de helft overwoekerd met planten. Het is erg rustig dus we kunnen grotendeels gewoon midden op de weg rijden. Met grote regelmaat staan er borden langs de weg dat er dieren kunnen oversteken. We hebben al twee dode wasbeertjes gezien. Gelukkig kon ik op tijd remmen voor een groep overstekende neusbeertjes.
Na ruim twee uur rijden komen we aan bij het Macadamia Cafe met uitzicht op het meer. Op dit plekje komen we graag voor een fruitsapje met wat lekkers. Het is nu alleen zo slecht weer dat we zin hebben aan koffie. We pakken zelfs een fleecevest uit de auto. In mijn zomerjurkje is het toch wat fris. We nemen een upside down pineapple cake en een coffee-orange cake. Het smaakt heerlijk. We spotten nog een nieuw vogelsoort vanaf onze stoel. Nu het zo slecht weer is hebben we niet de rust om lekker te blijven zitten. Wellicht is het beter weer in Bijagua en kunnen we onze tijd daar beter besteden. We verlaten de doorgaande weg en zijn benieuwd wat ons te wachten staat. Ik had bij ons hotel al navraag gedaan of de weg verhard is, maar dat wisten ze helaas niet. Met onze grote, stoere auto kunnen we veel aan. De weg is (grotendeels) geasfalteerd, maar of het daar nou per se beter van werd weet ik niet. Het was een enorme gatenkaas waarbij het onmogelijk was om alle gaten te ontwijken. Als je in Afrika bent zeggen ze dat je Afrikaanse massage krijgt van het wegdek. Dat is in Costa Rica ook zeker het geval. We rijden door de bergen en als de zon af en toe even doorbreekt en de mist optrekt is ons duidelijk dat de omgeving echt prachtig is. Aan deze weg wonen nog genoeg mensen. Het echte Costa Ricaanse, sobere leven. De huisjes stellen niet veel voor. De mensen komen zelfs nog te paard voorbij. Er zijn ook veel boerderijen met koeien die zo mager zijn dat je de ribben kunt tellen. We hobbelen zo een kilometer of 20 voordat we weer op de doorgaande weg uitkomen. Het was een leuke ervaring en het viel ons alles mee. Helaas voor ons is het slechte weer niet achter ons gebleven. Het waait hard en de regen waar we al dagen op hoopte komt nu uit de lucht vallen. De laatste paar kilometer naar onze hotel zijn de lastigste kilometers. De weg is onverhard en steil de berg op. Deze weg is vele malen slechter dan onze binnendoor route. Helemaal door elkaar geschud komen we uit bij het hotel. Midden in de natuur met ongetwijfeld heel mooi uitzicht als het helder is. De huisjes zijn heel mooi met een overdekt balkon. Kunnen we toch nog buiten zitten met dit slechte weer. Bij de receptie is een voederplaats waar we gelijk twee soorten Toekans zien. Op het balkon genieten we van een kopje thee en kunnen de eerste vogelsoorten al waarnemen.
We zijn zo enthousiast over de locatie en staan te trappelen om de omgeving te verkennen. Regen of niet, wij gaan gewoon naar buiten. We lopen een korte route door het regenwoud. Het is hier al langere tijd behoorlijk nat waardoor de korte wandeling van een kilometer een behoorlijke uitdaging is. Bij elke stap moet je goed opletten dat je niet uitglijdt. Hink, stap, sprong over de plassen. We zien nog een nieuwe soort Trogon en de Guan. Een vogel die wel 90 cm groot is. Echt een gigantisch beest. Als we weer terug zijn bij onze kamer begint het te plenzen. Dat hebben we goed getimed.
Wat gaan we nu doen? Binnen zitten is ook zo zonde van onze tijd. Het is vier uur en we vergaan van de trek. Met de auto dalen we de berg weer af en gaan eten bij een restaurantje waar je mogelijk veel vogels kan spotten en zelfs luiaards komen er voor. Het weer is echt te slecht om iets te zien. De soep en de traditionele maaltijd gaan er goed in. Dit hadden we echt nodig. Nog voor het donker is zijn we weer terug bij de kamer. De wind raast om ons huisje heen. Even hebben we het gevoel dat we in Nederland zijn. We kunnen ons nu nog niet voorstellen dat we morgen wakker worden en de zon schijnt. Natuurlijk hopen we dat wel. Dit is namelijk de enige plek waar we verblijven waar mooi weer een vereiste is voor onze activiteit van morgen.
Dinsdag 1 februari
Het is hier zo koud dat we onder een deken geslapen hebben. Dat is even wat anders dan slapen onder een ventilator. Zodra het enigszins licht aan het worden is gaan de gordijnen open. Hoe zou het er buiten uit zien? Is de mist weggetrokken? Op de momenten dat we wakker waren hebben we geen regen gehoord. Dat is een goed teken. De wolken hangen nog steeds laag, maar er is toch een stuk meer zicht dan gisteren en het is droog! Ook de vogels vinden dat aangenaam en laten van zich horen. Dat maakt mij direct weer enthousiast. Tijd om mij aan te kleden en buiten te spelen. Ik zie hele kleine vogeltjes, twee soorten toekans en voor het eerst zie ik parkieten stil zitten. Dolenthousiast ren ik weer naar ons huisje om mama te enthousiasmeren. Ook dit hotel heeft een voederplaats waar allemaal vogels op af komen. Het blijft mooi om verschillende soorten toekans bananen te zien eten. Ze gooien een stuk in de lucht en vangen het op. Als het dan eindelijk half acht is mogen we gaan ontbijten. We vallen om van de honger. Gisteren hebben we al door moeten geven wat we vandaag willen eten. Als voorgerecht krijgen we een bord met vers fruit dat zo ontzettend lekker is. Daarna volgt een typisch Costa Ricaans ontbijt met rijst en bonen, ei, kaas die niet te haggelen is, toast en avocado. We doen ons best om alles op te eten, maar het is wel een erg groot ontbijt.
Bijagua – Albergue Heliconias Lodge
Ondertussen komen en gaan de wolken. We krijgen steeds meer te zien van de omgeving. Wat is het prachtig en wat hebben we een mooi uitzicht vanaf onze kamer. We willen nog heel graag wandelen naar een hangbrug. Er zijn meerdere, maar we beginnen met één. Daarna bepalen we wel of we verder lopen of weer terug gaan. We verblijven op deze bestemming, omdat we graag naar de waterval wilden bij Rio Celeste. Het water is daar onnatuurlijk blauw, maar daarvoor moet het wel mooi weer zijn. Bij te veel regen wordt het water bruin en daarbij is het een pittige wandeling van 150 treden. Dan willen we wel zeker zijn dat het ook echt blauw is. Anders spenderen we onze energie liever aan iets anders. Al vrij snel gaat de wandeling op het terrein bij het hotel heuvel op met allemaal traptreden. We horen allemaal vogels, maar we zien niks. Het pad is goed aangelegd waardoor we geen last hebben van modder en grote plassen die we moeten ontwijken. Dat loopt een stuk makkelijker. Er hangt veel nevel in het bos en je hoort het continue druppelen. Overal groeit mos. Het is zo onvoorstelbaar mooi en groen. Na een tijdje wandelen komen we aan bij de eerste hangbrug. Een hele grote en een meter of 30 boven de grond. Wauw, wat is dit een mooie brug in een fantastisch mooie omgeving. We nemen alle tijd om over de brug te lopen en spotten hier en daar een vogel.
Bijagua – Albergue Heliconias Lodge
Het is zo mooi dat we ervoor kiezen om de wandeling af te maken. Dan skippen we de wandeling naar de waterval. Dat scheelt ook heel wat traptreden of niet? Ook deze wandeling is behoorlijk afzien en gaat flink de berg op. De zon schijnt niet eens, maar de kou is inmiddels wel verdwenen. In een zeer rustig tempo lopen we verder naar brug twee die nog veel mooier is. Het stikt hier van de kleine vogeltjes. We bevinden ons zo’n 37 meter boven de grond. We zitten nu op hetzelfde niveau als de (kleine) vogeltjes. Tussen al dat groen is het alleen onmogelijk om ze terug te vinden en ze vast te leggen. Een paar bewijsfoto’s hebben we wel. De ooh’s en aah’s blijven komen.
Het is echt een heel mooi gebied om te wandelen. Twee uur later zijn we weer terug bij onze kamer. We zijn doodmoe. In Costa Rica hoef je gelukkig niet om tien uur je kamer te verlaten waardoor we nog even de tijd hebben om bij te komen. We maken een lekker kopje thee en genieten van het uitzicht. Alle mist is weggetrokken en we kunnen oneindig ver kijken. De kolibries en vlinders vliegen voor ons langs. Wat zijn wij blij dat we toch nog mochten meemaken hoe mooi het hier kan zijn.
Tegen half twaalf pakken we onze spullen en gaan ons verplaatsen. We hadden hier graag nog een nachtje langer geslapen, maar dat was niet mogelijk bij het boeken. Het Tenerio National Park gaan we dus niet bezoeken, maar we willen wel een blik werpen op het blauwe water. Via een bergweg rijden we naar Rio Celeste. Borden langs de weg geven aan dat dit een zeer gevaarlijke weg is om te rijden. Gek, want de weg ziet er wel goed geasfalteerd uit. Na een paar afdalingen begrijpen we waarom. Jammer dat ze hier niet aangeven met welke percentage we omhoog en omlaag gaan. Als je de heuvel op bent ga je gelijk alweer naar beneden en kun je niet over het randje kijken. Ik steek mijn nek uit in de hoop dat ik dan wel zie hoe we weer afdalen. We hebben echt het gevoel dat we in een achtbaan zitten. Je voelt de kriebels in je buik. Mama begint al bijna te gillen. Het is echt een hele leuke route om te rijden. Bij de rivier maken we een korte stop. De zon schijnt volop en wij branden weg in onze lange broek. Vanochtend moesten we nog een beetje lachen bij het idee dat je in de rivier kan zwemmen. Ik zou nu maar al te graag even een plons willen nemen. Het water ziet er echt heel mooi uit. Nu hebben we weer een goede reden om nog eens terug te komen naar dit gebied.
Bijagua – Rio Celeste
Als we de berg zijn afgedaald komen we uit op de doorgaande weg die verrassend vlak is. We rijden langs allemaal boerderijen met buggel koeien (Ilse taal voor koeien met een bult bij hun nek).
Van grote afstand kunnen we nu al de Arenal vulkaan bij La Fortuna zien. Alleen het topje is nog bedekt met wolken. Van mij mogen de wolken ook wel even voor de zon gaan, want met airco aan bak ik nog steeds weg in de auto. In het dorpje Fortuna gaan we naar het Rain Forest Cafe waar we een vruchtensapje drinken met een lekker stuk passievrucht taart. De ventilator draait op volle toeren. Toch is het flink zweten. Ik word er helemaal moe van. We moeten nog een half uurtje rijden naar ons hotel. We rijden een klein stukje hetzelfde als gisteren. Al zou je dat niet zeggen. Het is nu zo’n ander gezicht zonder de laaghangende wolken. Hebben we echt zo dicht langs de vulkaan gereden zonder dat we het door hadden? Zouden we dan ook weer neusbeertjes tegen komen? Het is mijn strot nog niet uit of er zit een groep van 10 neusbeertjes op de weg. Ze zijn heel tam en laten zich niet wegjagen door mensen of auto’s. De laatste paar kilometers naar het hotel zijn onverhard. Hobbel de bobbel komen we aan bij de voet van de vulkaan. De hele top is nu ook zichtbaar. Wat een geluk hebben wij. Onze mond valt open als we onze kamer binnen komen. De kamer is gigantisch met twee bedden die voor een grote raampartij staan zodat je vanuit je bed zicht hebt op de vulkaan. Het terras is net zo groot met daarvoor een aangelegde tuin die genoeg vogels en vlinders aantrekken. De lange broek wordt snel verruild voor een jurkje. We komen nauwelijks toe aan koffie drinken. Elke keer worden we afgeleid door een vogel. Er vliegt een hele kleine kolibrie rond met een kuif. Deze stond zeer hoog op mijn lijstje om te spotten.
La Fortuna – Arenal Observatory Lodge – Uitzicht vanaf ons terrasLa Fortuna – Arenal Observatory Lodge – Zwartkuifkoket kolibrie – Black-crested Coquette
Het terrein is zo gigantisch groot dat je je hier makkelijk een week kunt vermaken. Het begint te kriebelen om het terrein te ontdekken. Het is nu helder dus het moment om de zonsondergang te bekijken. Het is even zoeken welke weg ons naar het observatory platform brengt. Vanaf het platform kunnen we zowel de vulkaan als het meer zien. Het meer dat we gisteren amper konden zien. Ook hier is een voederplaats en een vriendelijke Amerikaan vertelt ons dat er ’s ochtends om zes uur gevoerd wordt en het een heel spektakel is. Het is duidelijk dat we vroeg uit bed moeten. Ook nu is er nog genoeg te zien met als hoogtepunt de Great Curracao. Een vogel die wel 1 meter groot is. We genieten van de ondergaande zon en de mooie kleuren die dat met zich mee brengt. Om zes uur mogen we gaan eten. De menukaart is aangepast op Amerikanen met veel vlees. We willen nog graag naar de kikkervijver, maar de energie is op. We maken nieuwe plannen voor morgen en gaan terug naar de kamer. Dat is wederom een hele wandeling. Lekker op tijd naar bed, want morgen gaan we weer vroeg op.
La Fortuna – Arenal Observatory Lodge
Woensdag 2 februari Wat is het toch heerlijk om goed te kunnen slapen. Dat was ook wel nodig, want we waren erg moe van de warmte en alle indrukken. We hebben vernomen dat om 6 uur de vogels gevoerd worden bij het restaurant dus daar moeten we op tijd zijn. Het is nog behoorlijk koud buiten. Staan we daar te blauwbekken. Je moet er wat voor over hebben om de mooiste vogels te kunnen spotten. Mooi zijn ze zeker. Er komen weer heel wat nieuwe soorten voor. De emerald tanager is met knalgroen en geel het hoogtepunt. Weer een vogel die ik van de wensenlijst kan afvinken. Een uur lang genieten we van alle verschillende soorten. De neusbeertjes zijn ook in veelvoud aanwezig. Als de vogels een stuk fruit laten vallen rennen ze er op af en vechten er om wie het mag opeten.
Om zeven uur mogen we ontbijten. We vallen ook al om van de trek. We krijgen een menukaart met veel verschillende opties. Een keer wat anders dan rijst met bonen is een welkome afwisseling. De wentelteefjes met vers fruit zijn echt lekker. Ik kijk nu al uit naar het ontbijt van morgen. Via een toeristische route lopen we naar ons huisje. We komen langs de kikkerpoel waar we veel slapende boomkikkers zien.
La Fortuna – Arenal Observatory Lodge –
De zon komt tevoorschijn en het is nog niet al te warm. Het ideale moment om te gaan wandelen. We gaan als eerste naar de Danta waterval. Een kort wandelpad door het bos met een steile afdaling naar een schitterende waterval. Dappere mensen durven in dit ijskoude water te zwemmen. Wij kijken liever toe.
La Fortuna – Arenal Observatory Lodge
Heel rustig lopen we terug naar boven. Op naar de eerste hangbrug. Dat is een tegenvaller. De brug is breed en kort en wordt geschilderd. We kunnen niet anders dan snel doorlopen. Ik had verwacht dat we hier net zulke mooie bruggen zouden treffen als op de vorige locatie. Daarna komen we opeens uit in een open gebied met weilanden waar het een stuk warmer is. Er zijn hier ook heel wat vogeltjes te spotten. We nemen er alle tijd voor om ze vast te leggen. Een toekan is makkelijk vast te leggen, maar al die kleine vogeltjes zijn alleen al zo moeilijk terug te vinden op de camera. We steken een rivier over en komen uit bij een boerderij waar het stikt van de zwaluwen. Bij de vijver poseert een reiger. De paaltjes die hier staan zijn mooie rustpunten voor de vogels en voor ons de kans om ze goed vast te leggen. Er vliegen ook mus-achtige vogels rond met knalgeel bij hun kop. Bij een grote boom met besjes vliegen de meest kleurrijke vogels rond. Wederom een vogel met blauw en paars. Je zou denken dat zo’n beestje wel op valt in het groen. Dat is dus niet zo. We moeten onze nek in de kreukels leggen om het te kunnen zien. Na 10 minuten staren in het groen doet mijn nek al pijn. Ik snap nu waarom ze hier massages aanbieden. Voor alle stijve nekken van het omhoog turen. De benen zijn moe, maar we moeten nog een flink eind omhoog lopen. Langs een laan met bomen die een veelkleurige bast hebben. Deze bomen doen mij denken aan toverballen. Er bladderen allemaal laagjes af en elk laagje van de boom heeft een andere kleur. Prachtig!
Een paar uur later zijn we terug bij de kamer. Helemaal moe. Lekker de benen omhoog met een kopje koffie er bij. Het is een heerlijke plek om te zitten. Er is hier ook een prachtig zwembad met jacuzzi met heel warm water. Dat zal mijn spieren vast goed doen. Ik geniet van het privé bad. Bijna alle mensen zijn hier vogelaar en hebben helemaal geen zin en tijd om te badderen. Om twee uur gaan we weer richting het restaurant, want de vogels worden opnieuw gevoerd. Het dek ligt nu volledig in de zon waardoor we het niet zo best vol houden. We kiezen een mooi plekje uit in de schaduw en verwennen ons met een fruitig drankje. Wat hebben we toch een geluk met het weer. De vulkaan is de hele tijd (grotendeels) zichtbaar. De afgelopen drie dagen was die onzichtbaar. Het terrein is zo groot dat we nog steeds niet alles ontdekt hebben. Er is ook nog een museum met een koffie en smoothie restaurantje. Het is super modern en past totaal niet bij het beeld van Costa Rica. Het is wel prachtig gelegen. Ook dit restaurant is privé. Wanneer verwachten ze toch al die mensen? Het is groot genoeg om hele hordes mensen te ontvangen. Het wandelen maakt hongerig en als we zien dat ze ook nog taart hebben zijn wij verkocht. Cappuccino met kokostaart. Dat gaat er wel in. Het ontbijt is hier groot, maar dat lijkt toch zo weer verteerd te zijn.
Het idee was om vanmiddag rustig aan te doen, maar je loopt zo heel wat af. We wisselen vaak informatie uit met andere gasten en zijn te weten gekomen waar de antbirds vaak voorkomen. Mama is niet meer te houden en wil gelijk weer aan de wandel. Ik ben moe, maar de antbirds wil ik ook wel erg graag zien. Heel zachtjes lopen we het bos in. Het bos is overgenomen door slingerapen. Ze willen ons bekogelen. Apen gooien vaak met takken als ze door hebben dat er mensen rondlopen. We lopen verder en al vrij snel horen we een geluidje en we worden op onze wenken bediend. Een spotted antbird hebben we gezien. Het liefst willen we alle andere soorten die nog veel mooier zijn ook zien. Je kunt niet alles hebben.
We kunnen nog een uurtje bijkomen voordat we alweer mogen eten. Na de heerlijke maaltijd hebben we nog één activiteit op het programma staan. Nog één keer naar de kikkervijver op zoek naar boomkikkers. Het is voor mij een spannende tocht in het donker. De enige verlichting komt van onze zaklamp. Gelukkig heb ik een hele goede en kan ik zo goed scannen of mijn omgeving veilig genoeg is. Hoe langer we kijken hoe meer kikkers we zien. De meeste kikkers zijn vrij klein. Een centimeter of 5. De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes. We komen nu een exemplaar tegen van wel 12cm. Zo wordt deze mooie kikker toch ook wel een beetje eng. Tegen acht uur zijn we terug op de kamer met heel wat kilometers in de benen vandaag. Van zo’n hele dag buiten spelen kunnen we ongetwijfeld heerlijk slapen.
Donderdag 3 februari Om half zes begint onze dag weer zodat we om zes uur bij de voederplaats kunnen zijn. De ochtend begint met een prachtige zonsopkomst. Het is veel helderder dan gisteren. De lucht kleurt mooi oranje. In de verte zien we een berg die we gisteren niet gezien hebben. Het is de Tenorio vulkaan waar we eergisteren in de mist verbleven hebben. Wat ontzettend gaaf. De voederplaats zit nu vol met chacalaca’s. Gisteren hebben we een glimp mogen opvangen van de Bay-headed Tanager en vandaag laat deze vogel zich nog een keer goed zien en vastleggen. De vogels lijken vandaag een rustdag te hebben. Er is weinig te spotten. We vallen ook om van de trek dus we verplaatsen ons snel naar het restaurant. Vandaag gaan we huevos rancheros uitproberen. Een typisch Latijns Amerikaans gerecht met tortilla, tomatensaus, bonen en eieren. Het valt goed in de smaak. Na het ontbijt gaan we nog even bij de voederplaats kijken en raken aan de praat. De Antbirds zijn weer gespot op weg naar de waterval. Zullen wij dan toch nog een keer gaan kijken? Dat vinden wij allebei een goed plan. We zijn nog maar net het pad opgelopen en we zien kleine vogeltjes rondvliegen. Het blijkt een nieuw soort Antbird te zijn die zich heel kort aan ons laat zien. Heel rustig lopen we verder de heuvel af. Met grote regelmaat laat de spotted antbird zich zien.
Terug op de kamer genieten we nog even van ons heerlijke balkon met zicht op de vulkaan. Lekker relaxen en de hummingbirds in de gaten houden. Onze buurman voert de neusbeertje waardoor ze strontvervelend zijn en bijna op schoot springen. Daar ben ik niet van gecharmeerd. Het zijn net brutale wasbeertjes. We worden nog opgeschrikt door een hummingbird met zelfmoord problematiek. Ondanks de touwtjes voor het raam vliegt het beest zich bijna te pletter. Het lijkt er op dat er reanimatie toegepast moet worden. Als ik er naar toe loop vliegt die weer weg. Hooguit een hersenschudding rijker. Ik wil ook nog heel graag een keer de coquet hummingbird zien en vastleggen. Dit is een speciaal soort die we verder niet meer tegen kunnen komen. Ik ben dan ook door het dolle heen als deze vogel nog even afscheid komt nemen. Het lijkt er zelfs op dat ik hem heb kunnen vastleggen. Nu kunnen we onze spullen inpakken en vertrekken. Niet voordat we nog een keer cappuccino gedronken hebben bij de cafetaria. Het is toch ook veel logischer om café te drinken in een cafetaria dan dat je er patatjes zou kunnen kopen.
Donderdag 3 februari Tegen het middaguur verlaten we de Arenal Observatory Lodge. Het is een flink stuk de berg af. Onderweg zien we nog een roofvogel op een paar meter afstand zitten.
La Fortuna – Arenal Observatory Lodge – Buizerd – Hawk
Het eerste stuk van de reis is bekend terrein voor ons. Onderweg vergaan we van de honger. Bij een kleine bakkerij kopen we gevulde broodjes die we in de auto op eten. We rijden via La Fortuna richting Sarapiqui om af te slaan naar het noorden. Een totaal nieuwe bestemming voor ons. We rijden kilometers lang tussen de ananasplantages door. Veel werknemers fietsen op de weg. Wat zal het hard werken voor hen zijn. We hebben soms medelijden met de mensen hier. Zo saai werk dat ze hebben, als je alleen maar hoeft te vegen op een resort, maar dit is vast een ander uiterste. Zwoegen en zweten op het land. Ik zou het niet kunnen. De laatste 18 kilometer zijn onverhard en de staat van de weg is nogal wisselend. Volgens de borden mag ik hier 60 rijden. Met 30km per uur voelt het al aan alsof we over de berg vliegen. Ik doe goed mijn best om alle gaten en stenen te ontwijken. Een onmogelijke taak. Het gebied is dunbevolkt met veel boerderijen. Waar zullen deze mensen hun boodschappen doen? De huisjes zijn klein en heel eenvoudig. Na tig kilometer hobbelen komen we opeens uit in een dorpje. Ver buiten de bewoonde wereld. Zullen deze mensen ooit het dorpje verlaten? Er is een school, kerk, voetbalveld en zelfs een supermarkt. Ik denk dat de mensen hier vooral rijst en bonen eten. De bonen zijn gedroogd. Verse groente zullen ze hier weinig hebben. Drie kwartier later zijn we aangekomen op onze bestemming.
Onderweg naar Boca Tapada
De parkeerplaats van het hotel. Daar laden we onze spullen uit en lopen naar het communicatie station. Daar staat een telefoon en kan ik de receptie bereiken om te vragen of de boot kan komen. Ons hotel is gelegen aan de overkant van de rivier. Het is hier heet en knap benauwd en het is flink sjouwen met de bagage over een steiger en mul zand. De overtocht duurt een minuut en dan begint de wandeling naar onze hotelkamer. Wie bedenkt het toch elke keer dat alles zo ver lopen is? Uiterst vriendelijk worden we ontvangen door de dame van de receptie. Uit de koelkast wordt een handdoek gehaald zodat we even kunnen afkoelen. Gevolgd door een verfrissend, vers fruitsapje. Dat is een aangenaam ontvangst. Ze geeft ons alle nodige informatie en dan is het nog een stuk lopen naar de kamer. Het is een zeer schattig huisje met balkon dat over het water uit kijkt. Ondanks de vermoeidheid en warmte lukt het ons niet om rustig te blijven zitten. We horen zoveel vogelgeluiden. De neusbeer kan er ook aardig wat van. De neusbeertjes rennen met veel lawaai door het groen. Als we enigszins zijn geacclimatiseerd willen we het terrein verkennen. Het is wederom een groot terrein met zoveel mooie uitkijkpunten, zitplaatsen en observatieplaatsen. Wauw, wat is dit prachtig. Zijn we in het paradijs beland? De muggen vinden het hier ook een paradijs. Ze zijn aanwezig met grote aantallen. Onderweg naar onze kamer om de muggenspray op te halen zien we al een heel aantal vogels voorbij komen. In onze kamer leven reusachtige mieren. Ik ben al bijna aan het speuren naar de antbirds. Die zouden deze mieren maar al te graag oppeuzelen. Op elke nieuwe bestemming denken we dat we rustig aan gaan doen. Vijf minuten later is dat plan vaak alweer van tafel, want er is zoveel te zien en te doen. Gewapend met muggenspray gaan we weer naar buiten. Nog even genieten zo lang het licht is.
Boca Tapada – Maquenque Eco LodgeBoca Tapada – Maquenque Eco Lodge – Links tussen de bomen staat ons huisjeBoca Tapada – Maquenque Eco Lodge
Het restaurant is helemaal open met uitzicht op het water. Het is super mooi gelegen. Wij zijn erg benieuwd naar het menu. Wat zal hier nu te krijgen zijn? Zo afgelegen. Waar halen ze alle ingrediënten vandaan? De sapjes zijn wederom fantastisch en het eten ook. Rijst met garnalen. Het klinkt zo eenvoudig. De smaak daarentegen is verre van saai. Hopelijk koelt het op onze kamer wat af en kunnen we zo weer lekker lang slapen. We spoelen ons eerst nog even af onder onze douche. De straal is zo hard dat ik mij onder een waterval waan. Een nieuwe ervaring en een illusie armer.
Vrijdag 4 februari In onze kamer hangt een ventilator die aan en uit kan. Op standje aan doet die bijna net zo weinig als dat die uit staat. Toch hebben we het niet heet gehad. Mama kreeg het zelfs “koud” dat de ventilator uit moest. Om vier uur werden we gewekt door een tropische regenbui. Ons huisje is niet helemaal afgesloten waardoor dat goed te horen was. Daarna hoor ik een heel bijzonder geluid wat ik niet thuis kan brengen. Het zal een dier geweest zijn. Het klonk als een schorre hond. Rond half zes werden we wakker net als de brulapen. Als we de gordijnen open doen zijn we in een magische omgeving beland. Er hangt nevel boven het water en tussen de bomen. De zon komt op en de nevel trekt omhoog. Een prachtig gezicht. De natuur ontwaakt met al haar geluiden. Op de kamer drinken we een kopje thee. Lekker rustig op gang komen.
Tegen half zeven verplaatsen wij ons naar het restaurant. We kunnen pas om half 8 ontbijten. Dat is voor Costa Ricaanse begrippen erg laat. Ook hier is weer een voederplaats waar we ons uren kunnen vermaken. Er is nog niet eens nieuw fruit gebracht en toch komen er al heel wat soorten op de restjes af. In tegenstelling tot de andere locaties zijn de vogels hier veel dichter bij en is het licht echt fantastisch. Wie weet kunnen we de vogels nu nog mooier fotograferen. De grootste Toekan van Costa Rica komt op een paar meter afstand van ons zitten. Voor het eerst komen er ook parkieten bij zitten. Twee verschillende soorten. Wat zijn ze mooi.
Het restaurant wordt klaar gemaakt voor het ontbijt en om zeven uur zitten we toch al aan de koffie. We krijgen een menukaart en kunnen weer kiezen uit een aantal gerechten. Helaas krijgen we voor het eerst geen fruit. Daar moeten we dik voor bijbetalen. Niet veel later worden de vogels gevoerd. Zij krijgen gratis zes hele papaja’s. Ik ben spontaan geneigd om een vogel imitatie te doen zodat ik ook papaja kan eten. De hueveos rancheros vielen wel in de smaak. Eens kijken of het hier net zo lekker smaakt. Het gerecht ziet er anders uit dan op de vorige bestemming en de smaak lijkt er al helemaal niet op. Om kwart over zeven zitten wij aan een gerecht dat zo gigantisch pittig is dat de tranen over mama’s wangen lopen. Na elke hap moeten wij vijf minuten bij komen om een volgende hap te kunnen verdragen. Ze hadden er wel bij mogen vermelden dat het een zwaar pittig gerecht was. De grootste stukken peper vissen wij er uit. Mama schept er zelfs suiker over heen. Ik heb mijn smoothie nog bewaard waarmee ik het ook kan blussen. Hopelijk verdraagt onze maag en darmen dit gerecht op de vroege ochtend. Ik ben wel bang dat we later op de dag nog een keer kunnen nagenieten van de pittigheid van dit gerecht.
Om negen uur gaan we met twee andere gasten een boottocht maken over de San Carlos rivier richting de grens met Nicaragua. Op deze bestemming is het ’s ochtends al aangenaam met een korte broek, maar gelukkig nog niet te heet. We hebben weer alle ruimte op de boot. Onze gids is ook dol op fotograferen en toont vol trots zijn foto’s. Leuk, maar dat schept wel hoge verwachtingen. De omgeving waar we doorheen varen is zo mooi. Zoveel soorten groen. Het zijn net allemaal soorten broccoli ’s vanaf een afstand. We speuren de omgeving goed af en beginnen met een grote krokodil. De gids vraagt of we zin hebben aan een duik om te zwemmen met krokodillen. Heel gek is deze vraag niet eens, want de mensen zwemmen hier echt in de rivier. Later op de dag zien we hele gezinnen plonsen in het water. Mij niet gezien. We spotten vele soorten reigers. Zelfs de Hollandse grote blauwe reiger komt hier voor. Hoog op mijn wensenlijstje staat de King Vulture die hier beter te zien is dan op andere plekken in het land. De gids is dol op roofvogels en bestudeerd elk zwart stipje in de lucht. Tussen al deze stipjes zit blijkbaar ook de King Vulture. Hij heeft een bewijsfoto. Voor ons telt het niet als een waarneming. We komen ook brulapen, leguanen en ijsvogels tegen. Een van de leguanen heeft zich hoog uit de boom laten vallen om een verkoelende duik te nemen. Het klonk alsof er een halve boom naar beneden mieterde. Tijdens zo’n boottocht kom je ook in aanraking met het gewone leven in Costa Rica. Iets wat voor ons vaak niet zo gewoon is. Er zijn hier weinig wegen dus bijna alles gaat per boot. Mensen dobberen in een bootje met een stukje visdraad waarmee ze vissen. De koeien moeten naar de overkant van de rivier. Ze gaan niet op een boot, want dit zijn hele kleine bootjes. Ik wist het niet, maar blijkbaar kunnen koeien zwemmen. De koeien worden eerst gevangen met een touw. Daarna worden ze aan de boot vast geknupt en dan gaat de boot varen waardoor de koeien min of meer meegesleurd worden. Ze blijven wel met hun kop boven water. Eén koe ligt zo ongeveer op de zijkant. Het is een zeer bijzonder tafereel wat in Nederland absoluut niet zou kunnen. Dierenmishandeling ten top. Hier is het de gewoonste zaak van de wereld. Net als zwemmen in een rivier waar ook krokodillen leven. Na twee uur rustig varen komen we aan bij het dorp Bocas San Carlos. Er is een kerk, een kinderopvang en basisschool en iets meer dan twee huizen. De boot wordt aangelegd bij de “kade”. Een houten trappetje dat grotendeels uit elkaar gevallen is. Ik moet enorm lachen, want ik weet dat mama dit absoluut niet leuk gaat vinden. Met knikkende knietjes stapt ze uit de boot. Dat heeft ze overleefd. Bij de dorpskroeg mogen we wat drinken. Het is een groot gebouw met slechts 2 stoelen. De rest van de ruimte is leeg. In Nederland zouden we zeggen dat het vervallen is. Onze gids laat ons kastanjes zien. Afkomstig van een boom die we onderweg zagen en ik geen idee van had wat het moest voorstellen. Ik krijg uitgelegd hoe ik ze moet pellen om vervolgens op de eten. Ze smaken erg lekker en doet mij denken aan kikkererwten. Er zijn ook verse fruitsapjes te verkrijgen. Sap van de pittaya gemengd met ananassap. Het drankje is knalroze. Het is heerlijk verfrissend. De gids hoort iets en sprint naar buiten. In de boom zitten twee Scarlet Mawacs ofwel papagaaien. Het is net een puzzel die we te zien krijgen. Eerst een staart, dan een vleugel en later ook de kop. Uiteindelijk krijgen we de hele vogel te zien en hebben we een foto kunnen maken. Daarna is tijd om terug te gaan naar de lodge.
Boca Tapada – Bootje varen over de Rio San Carlos tot de grens van NicaraguaBoca Tapada – Bootje varen over de Rio San Carlos tot de grens van NicaraguaBoca Tapada – Bootje varen over de Rio San Carlos tot de grens van NicaraguaBoca Tapada – Bootje varen over de Rio San Carlos tot de grens van NicaraguaBoca Tapada – Bootje varen over de Rio San Carlos tot de grens van NicaraguaBoca Tapada – Bootje varen over de Rio San Carlos tot de grens van Nicaragua
Boca Tapada – Bootje varen over de Rio San Carlos tot de grens van Nicaragua – Geelvleugel ara – Scarlet Macaw
Dat het zo warm is geworden hadden we op de boot helemaal niet in de gaten. Het urenlang speuren naar vogels is intensief en maakt hongerig. Wij hebben wel een echte lunch verdiend. We delen samen een portie quesedilla’s. De gemberlimonade valt ook goed in de smaak. Ondertussen worden we afgeleid door alle vogels die in heel mooi licht op de voederplaatsen zitten.
Het is tijd om even siësta te houden. Ik val daadwerkelijk even in slaap. Dat kan de mens goed doen. We drinken koffie op de kamer en ik lees mijn boek uit. Ook al zit ik stil, ik heb geen idee waar ik het zoeken moet met deze warmte. Tegen een uur of vier gaan we weer wat doen. Volgens de kaart zou er een fotografie plaats moeten zijn. Geen idee wat het inhoudt. Dat gaan we onderzoeken. We lopen, maar komen nergens uit. Ja, midden in de bananenplantage. We proberen allerlei paden uit, maar de fotografie plaats blijkt niet te bestaan. Dan maar de benen even afkoelen in het zwembad. Afgekoeld en wel gaan we een andere richting uit. Er is hier een boerderij. We hadden geen idee dat het hier zo groot is en er zoveel verbouwd wordt. De gids had tijdens de boottocht al verteld over alles wat hier verbouwt wordt en dat groeit allemaal op dit terrein. De cacaoplantage is groot. Er hangen zoveel vruchten aan de bomen en in zoveel kleuren en maten. Het is prachtig om er doorheen te wandelen. Daarna volgt er een bananenplantage, papayabomen en een kas waar van alles gekweekt wordt. De wereld aan pepersoorten groeit hier. Deze kleine bommetjes waren de boosdoeners vanochtend. Er groeien ook vruchten waarvan we geen weet hebben wat het is. Wat ik ook nog niet gezien heb zijn peperkorrels. Mama kende dit vanuit Sri Lanka waardoor ze mij dit kon vertellen. We kijken onze ogen uit. Er is zelfs een kaasmakerij op het terrein. Dat was een onverwacht leuk uitstapje.
Even later stappen we midden in een natuurfilm. In het water voor het restaurant zit een kaaiman die iets te pakken heeft. Er valt nog over te twisten of het een slang of dat het een aal was. Het is wel duidelijk dat het beest dat hij gevangen heeft erg groot is in verhouding tot de kaaiman. Dat beest is zeker wel anderhalf uur zoet geweest om het naar binnen te werken. Soms viel het weer uit zijn bek, dan zat het als een rolmops in zijn bek met een klein stukje dat er buiten bungelt. Na het avondeten gaan we nog even over de brug lopen om te kijken of we nog meer kaaimannen kunnen spotten. Met onze zaklamp schijnen wij op het water. Er lichten tig rode oogjes op. Dat er zo veel zaten hadden we niet verwacht. We kijken ook nog even omhoog en zien een mooie sterrenhemel. Een mooie afsluiting van de dag.
Zaterdag 5 februari We werden vannacht wakker gemaakt door regen. Er is aardig wat water naar beneden gekomen. Echt haast heeft het daarom ook niet om op te staan. Met zoveel bomen om ons heen blijft het nog erg lang nadruppen. De wereld is ook een stukje kleiner. Er is alleen maar mist zichtbaar. Alle gordijnen gaan open en we zien al snel de mist wegtrekken. Tegen zeven uur zijn we bij het restaurant om te ontbijten. Er staat een fruitbowl met yoghurt en granola op het menu. Dat klinkt erg smakelijk. We krijgen een grote kom voorgeschoteld met heel veel fruit. In een heel klein bakje zit iets wits. Dat moet de yoghurt zijn. Hooguit 2 eetlepels. In een ander bakje zit de granola. Het verse fruit smaakt heerlijk, maar voedzaam is het niet. We zien wel hoe lang we er op kunnen teren. Tijdens het ontbijt begint het weer te regenen. Anders is het ook geen echt regenwoud.
Zodra het droog is gaan wij naar onze kamer. Ik trek nog even een vestje aan. Kou kleumen in Costa Rica is niet nodig. We hebben tot nu toe vrij weinig verkend en willen door de jungle gaan wandelen. Er zijn heel wat huisjes en boomhutten waar we langs kunnen lopen en een pad door de jungle. Het is wat improviseren, want de kaart die we hebben komt niet overeen met de werkelijkheid. Veel paden zijn afgesloten, bruggen blijken al lang niet meer te bestaan. We lopen daardoor heel wat heen en weer.
Boca Tapada – Maquenque Eco Lodge
De boomhutten zijn prachtig gelegen, maar ik word al moe als ik de vele trappen omhoog zie. Zo’n eind in de jungle lopen om te gaan ontbijten of avondeten lijkt mij ook niet wat. We spotten nog een paar nieuwe soorten vogels. Het is heel rustig met vogels. Of zien wij het gewoon niet? We zijn best wel moe en de benen zijn zwaar. Misschien zien wij het daarom niet zo best. De route maken we niet te lang. Mama gaat op de kamer een dutje doen en ik ga verkoeling zoeken in het zwembad. Het zwembad is net bijgevuld met ijskoud water. De duik is van korte duur. Op het verzakte ligbedje ga ik lekker opdrogen in de schaduw. Zo houd ik het wel even vol.
Het ontbijt is al lang een breed verteert. We delen een broodje met kip en proberen een nieuw fruitsapje uit. Allemaal even lekker en verfrissend. De drankjes worden hier gepresenteerd met bamboe rietje. Ecologisch verantwoord. Het drinkt wel vrij onpraktisch. De rietjes hebben vaak niet zo’n grote opening. De kleine stukjes fruit komen er vast in te zitten. Na het eten zijn we alweer toe aan siësta. Een rustdagje kan geen kwaad. We blijven lekker bij het huisje waar ik begin aan een nieuw boek. Als we voldoende zijn uitgerust willen we toch even op zoek naar vogels. We zien voornamelijk hummingbirds. Een heel vreemd en hard geluid trekt onze aandacht. Het klinkt alsof je stroomdraad hoort vonken. Wat is dit? Wil ik wel weten wat het is? Wellicht is het een sprinkhaan met formaat waar ik nachtmerries van krijg. Af en toe zien we iets van links naar rechts schieten. Opeens komt het dichtbij. Het is de manakin die we ook bij Sarapiqui gezien hebben. Dat dit harde geluid er bij hoort wisten we niet. Nu herkennen we het goed. Als we dit geluid horen weten we waar we naar moeten zoeken. Deze vogel maakt de bewering van onze gids wel waar. Hoe mooier de vogel hoe lelijker het geluid. Je bent mooi of je zingt mooi. Beide is onmogelijk.
Ons huisje grenst bijna aan de weilanden waar hele lelijke koeien lopen. Een goede plek waar ook veel vogeltjes kunnen zitten. We horen genoeg, maar zien weinig. Al dagen ben ik aan het speuren naar de King Vulture. Elke roofvogel in de lucht wordt nader onderzocht met mijn verrekijker. En er komen heel wat zwarte stipjes voorbij. Tot op heden zonder resultaat. Opeens zie ik een grote vogel op een boom zitten. Het voldoet aan de kleuren van de King Vulture. Ik ben gelijk euforisch. Zien we dan toch deze mooie gier? Als ik mijn verrekijker er bij pak blijkt het toch een andere soort roofvogel te zijn. Ook een prachtig soort, maar niet de vogel waar ik op hoopte.
Boca Tapada – Maquenque Eco Lodge
Totdat we gaan eten blijven we op de kamer. Op de weg naar het diner toe steekt er een kleine, donkere slang de weg over. Helaas heeft mama hem niet gezien. Vandaag heb ik zin aan rijst met bonen. Al een aantal dagen hebben we dat niet meer gegeten en dat merkt mijn buik. Blijkbaar is het een goede combinatie voor mijn darmen. Wellicht moet ik in Nederland ook maar gaan ontbijten met rijst en bonen. Ook al is het donker. De omgeving wordt nog steeds afgespeurd op dieren. Uit mijn ooghoek zie ik iets bewegen. Er zit een klein, schattig konijntje. Dat zal vast een lekker hapje zijn voor de kaaimannen. Hopelijk hebben we vandaag voldoende rust genomen zodat we morgen alle energie hebben voor de lange reisdag die ons te wachten staat